Niederländisch » Deutsch

mond·voor·raad [mɔntforat] SUBST m geen Pl

win·kel·voor·raad <winkel|voorraden> [wɪŋkəlvorat] SUBST m

wo·ning·nood [wonɪŋnot] SUBST m geen Pl

goe·de·ren·voor·raad [ɣudərə(n)vorat] SUBST m geen Pl

ma·ga·zijn·voor·raad <magazijn|voorraden> [maɣazɛɪnvorat] SUBST m

wo·ning·bouw [wonɪŋbɑu] SUBST m geen Pl

1. woningbouw (het bouwen van woningen):

2. woningbouw (woningen):

wo·ning·ruil <woningruil|en> [wonɪŋrœyl] SUBST m

wo·ning·te·kort <woningtekort|en> [wonɪŋtəkɔrt] SUBST nt

land·ver·raad [lɑntfərat] SUBST nt geen Pl

mi·nis·ter·raad <minister|raden> [minɪstərat] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski