Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aanslaan“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·slaan1 <sloeg aan, h. aangeslagen> [anslan] VERB trans

1. aanslaan (geweer, snaar, toets):

aanslaan
een andere toon aanslaan übtr

2. aanslaan (de waarde bepalen van):

aanslaan
aanslaan
iem hoog aanslaan (hoge dunk van iem hebben)
iem hoog aanslaan (voor belastingen)

3. aanslaan scheepv.:

aanslaan (gereedmaken)
aanslaan (motor)
aanslaan (vat)

4. aanslaan (beslag leggen op):

aanslaan

aan·slaan2 <sloeg aan, i. aangeslagen> [anslan] VERB intr

1. aanslaan (motor):

aanslaan

2. aanslaan (zich aan de oppervlakte vasthechten):

aanslaan

3. aanslaan (beslaan):

aanslaan

4. aanslaan (goed ontvangen worden):

aanslaan

5. aanslaan (even geluid geven):

aanslaan

6. aanslaan (wortel schieten):

aanslaan

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski