Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „oppikken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

op·pik·ken <pikte op, h. opgepikt> [ɔpɪkə(n)] VERB trans

2. oppikken (aan boord nemen):

oppikken

3. oppikken (onthouden, leren):

oppikken
oppikken
iets uit een gesprek oppikken (leren)

4. oppikken (met de snavel opnemen):

oppikken
oppikken

5. oppikken (vastprikken):

oppikken

Beispielsätze für oppikken

iets uit een gesprek oppikken (leren)

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski