Übersetzungen für „verned'ring“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ver·ˈneh·men VERB trans unreg

1. vernehmen geh (hören):

vernehmen

vernemen

vernehmen

horen

2. vernehmen JUR:

vernehmen

verhoren

vernehmen

ondervragen

ver·ˈnei·gen VERB refl geh

verneigen

nijgen

verneigen

een buiging maken

verneigen

buigen

ver·ˈnei·nen [fɛɐ̯ˈn͜ainən] VERB trans

1. verneinen (leugnen):

verneinen

ontkennen

2. verneinen (negieren):

verneinen

afwijzen

Gewalt verneinen

afwijzend staan tegenover geweld

ver·ˈnet·zen [fɛɐ̯ˈnɛ͜tsn̩] VERB trans

vernetzen COMPUT

een netwerk [o. netwerken] vormen

vernetzen übtr (verknüpfen)

koppelen

Ver·ˈnei·gung <Verneigung, Verneigungen> SUBST f geh

Verneigung

buiging

Verneigung

nijging

Ver·ˈnet·zung <Vernetzung, Vernetzungen> SUBST f

1. Vernetzung COMPUT:

Vernetzung

netwerk nt

2. Vernetzung (Verflechtung):

Vernetzung

netwerkvorming

Vernetzung

koppeling

Ver·ˈneh·mung <Vernehmung, Vernehmungen> [-ˈneːmʊŋ] SUBST f

Vernehmung

verhoor nt

Ver·ˈnei·nung <Verneinung, Verneinungen> [-nʊŋ] SUBST f

1. Verneinung LING (Leugnung):

Verneinung

ontkenning

2. Verneinung (das Verneinen):

Verneinung

afwijzing

ver·ˈnehm·lich [-ˈneːmlɪç] ADJ geh

vernehmlich

hoorbaar

vernehmlich

verneembaar

vernehmlich

verstaanbaar

ver·ˈnar·ren VERB refl

1. vernarren (versessen sein (auf)):

vernarren

helemaal weg zijn (van)

vernarren

verzot raken (op)

2. vernarren ugs (wahnsinnig verliebt sein):

vernarren

stapelverliefd worden

sich in ein Mädchen vernarren

stapelverliefd worden op een meisje

ver·ˈnünf·tig [fɛɐ̯ˈnʏnftɪç] ADJ

1. vernünftig (klug):

vernünftig

verstandig

vernünftig

schrander

2. vernünftig (intelligent, einsichtig):

vernünftig

verstandig

vernünftig

weloverwogen

3. vernünftig ugs (angemessen, ziemlich):

vernünftig

redelijk

vernünftig

behoorlijk