Übersetzungen für „ProRail“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

prooi <prooi|en> [proj] SUBST f

1. prooi (buit):

prooi

Beute f

een vogel grijpt een prooi

ein Vogel fasst eine Beute

2. prooi (slachtoffer):

prooi

Opfer nt

aan de vergetelheid ten prooi vallen

der Vergessenheit anheimfallen

aan de bezuinigingen ten prooi vallen

den Sparmaßnahmen zum Opfer fallen

het huis was een prooi van de vlammen

das Haus wurde ein Raub der Flammen

pro·za [proza] SUBST nt geen Pl

proza

Prosa f

pro·sit [prozit] INTERJ

prosit

prosit!

prosit

zum Wohl!

pro·faan [profan] ADJ

profaan

profan

pro·baat <probate, probater, meest probaat> [probat] ADJ

probaat

probat

probaat

erprobt

probaat

bewährt

pro·fiel <profiel|en> [profil] SUBST nt

profiel

Profil nt

in profiel

im Profil

er zit geen profiel meer op deze band

dieser Reifen hat kein Profil mehr

prop·vol [prɔpfɔl] ADJ

propvol

gepfropft voll ugs

propvol

gerammelt voll sl

een propvolle kamer

ein voll gestopftes Zimmer

prot·sig ADJ

protsig → protserig

Siehe auch: protserig

prot·se·rig <protserige, protseriger, protserigst> [prɔtsərəx] ADJ

protserig

protzig