Niederländisch » Deutsch

wide·screen <widescreen|s> [wɑjtskriːn] SUBST nt

ver·sprei·den1 <verspreidde, h. verspreid> [vərsprɛidə(n)] VERB trans

2. verspreiden (uiteen doen gaan):

ver·spre·ken <versprak zich, h. zich versproken> [vərsprekə(n)] VERB wk ww

verspreken zich verspreken (klanken verwisselen):

over·sprin·gen1 <sprong over, h. overgesprongen> [ovərsprɪŋə(n)] VERB trans (overslaan)

ver·ˈsprin·gen1 <versprong, i. versprongen> [vərsprɪŋə(n)] VERB intr

1. verspringen (springend van plaats veranderen):

2. verspringen (op een andere dag vallen):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski