Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aanvullen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·vul·len <vulde aan, h. aangevuld> [anvʏlə(n)] VERB trans

1. aanvullen (voltallig, volledig maken):

aanvullen
aanvullen
een bestuur aanvullen
iets met iets aanvullen
vacatures aanvullen
de voorraad aanvullen

2. aanvullen (dichtmaken):

aanvullen
een gat in de weg aanvullen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski