Übersetzungen für „behoud“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·houd [bəhɑut] SUBST nt geen Pl

1. behoud (het in stand houden, blijven):

behoud

Erhaltung f

behoud

Bewahrung f

behoud

Wahrung f

een actie tot behoud van de bomen

eine Aktion zur Rettung der Bäume

het behoud van de vrede

die Bewahrung des Friedens

zijn behoud zoeken in de vlucht

seine Rettung in der Flucht suchen

2. behoud (doorgaand bezit, genot):

behoud

Erhaltung f

behoud

Beibehaltung f

met behoud van salaris

unter Beibehaltung [o. Weiterzahlung] des Gehaltes

3. behoud (redding):

behoud

Erhaltung f

behoud

Bewahrung f

behoud

Erhalt m

Beispielsätze für behoud

met behoud van salaris

unter Beibehaltung [o. Weiterzahlung] des Gehaltes

het behoud van de vrede

die Bewahrung des Friedens

zijn behoud zoeken in de vlucht

seine Rettung in der Flucht suchen

een actie tot behoud van de bomen

eine Aktion zur Rettung der Bäume