Übersetzungen für „deprimierende“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

de·pri·me·ren <deprimeerde, h. gedeprimeerd> [deprimerə(n)] VERB trans

deprimeren

bedrücken

deprimeren

deprimieren

re·pri·man·de <reprimande|s> [reprimɑndə] SUBST f

reprimande

Tadel m

reprimande

Verweis m

iem een reprimande geven

jdm einen Verweis erteilen

een reprimande krijgen

einen Verweis erhalten

een reprimande krijgen

getadelt werden

ge·de·pri·meerd [ɣədeprimert] ADJ

gedeprimeerd

deprimiert

gedeprimeerd

bedrückt

gedeprimeerd

niedergeschlagen

de·po·ne·ren <deponeerde, h. gedeponeerd> [deponerə(n)] VERB trans

1. deponeren (ergens neerleggen):

deponeren

deponieren

2. deponeren (overleggen):

deponeren

(zur Einsicht) vorlegen

deponeren

(zur Einsicht) hinterlegen

een stuk ter griffie van de rechtbank deponeren

eine Akte bei der Gerichtskanzlei hinterlegen

3. deponeren (in bewaring geven):

deponeren

deponieren

deponeren

in Verwahrung geben

4. deponeren (ter inschrijving aanbieden):

deponeren

eintragen lassen

deponeren

registrieren lassen

een merk deponeren

eine Marke anmelden [o. eintragen lassen]

het wettig gedeponeerd merk

die eingetragene Schutzmarke

de·pu·te·ren <deputeerde, h. gedeputeerd> [depyterə(n)] VERB trans

deputeren

abordnen

deputeren form

deputieren

de·por·te·ren <deporteerde, h. gedeporteerd> [depɔrterə(n)] VERB trans

deporteren

deportieren

werk·zoe·ken·de <werkzoekende|n> [wɛrksukəndə] SUBST m en f

werkzoekende

Arbeits(s)uchende(r) f(m)

de·pro·gram·me·ren <deprogrammeerde, h. gedeprogrammeerd> [deproɣrɑmerə(n)] VERB trans

deprogrammeren

deprogrammieren