Übersetzungen für „inbeslagname“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

in·be·slag·ne·ming [ɪmbəslɑxnemɪŋ] SUBST f geen Pl

inbeslagneming

Beschlagnahme f

in·bel·len <belde in, h. ingebeld> [ɪmbɛlə(n)] VERB intr

inbellen

sich einwählen

in·bel·punt <inbelpunt|en> [ɪmbɛlpʏnt] SUBST nt

inbelpunt

Einwahlknoten m

in·beel·den <beeldde zich in, h. zich ingebeeld> [ɪmbeldə(n)] VERB wk ww zich inbeelden

1. inbeelden (als werkelijk voorstellen):

inbeelden

sich Dat einbilden

2. inbeelden (verbeelding hebben):

inbeelden

sich einbilden

wat beeldt hij zich wel in?

was bildet er sich Dat eigentlich ein?

in·bel·num·mer <inbelnummer|s> [ɪmbɛlnʏmər] SUBST nt

inbelnummer

Einwahlnummer f

stel·ling·na·me [stɛlɪŋnamə] SUBST f geen Pl

stellingname

Stellungnahme f

deel·na·me [delnamə] SUBST f geen Pl

deelname (participatie)

Teilnahme f

deelname (participatie)

Beteiligung f

deelname (medelijden)

Anteilnahme f