Übersetzungen für „kalmerende“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

kal·me·ren¹ <kalmeerde, h. gekalmeerd> [kɑlmerə(n)] VERB trans (kalm maken)

kalmeren

beruhigen

kalmeren

beschwichtigen

kalmeren

besänftigen

kal·ve·ren [kɑlvərə(n)]

kalveren → kalven

Siehe auch: kalven

kal·ven <kalfde, h. gekalfd> [kɑlvə(n)] VERB intr

kalven

kalben

stu·de·ren·de <studerende|n> [styderəndə] SUBST m en f

studerende

Studierende(r) f(m)

ka·len·der <kalender|s> [kalɛndər] SUBST m

kalender

Kalender m

de gregoriaanse kalender

der gregorianische Kalender

hel·der·zien·de <helderziende|n> [hɛldərzində] SUBST m

helderziende

Hellseher m

kalm·pjes [kɑləmpjəs] ADV

1. kalmpjes (onbewogen):

kalmpjes

ruhig

kalmpjes

gelassen

2. kalmpjes (niet gejaagd):

kalmpjes

ruhig

kalmpjes

gemächlich

ge·du·ren·de [ɣədyrəndə] PRÄP

gedurende

während +Gen +Dat

gedurende het hele jaar

das ganze Jahr über

gedurende mijn/zijn/haar/hun hele leven

zeitlebens

me·ren·deel [merə(n)del] SUBST nt geen Pl

merendeel

Mehrzahl f

merendeel

Mehrheit f

merendeel

größte(r) Teil m

het merendeel van de mensen

die meisten Menschen

voor het merendeel

zum größten Teil

roe·pen·de <roepende|n> [rupəndə] SUBST m

roepende

Rufer m

een roepende in de woestijn übtr

ein Rufer in der Wüste

vol·doen·de³ [vɔldundə] ADV (genoeg)

voldoende

genügend

voldoende

ausreichend

heb je je voldoende voorbereid?

hast du dich genügend vorbereitet?

keur·ben·de SUBST f

keurbende → keurkorps

Siehe auch: keurkorps

keur·korps <keurkorps|en> [kørkɔrps] SUBST nt

keurkorps

Elitetruppe f

keurkorps

Kerntruppe f

on·be·ken·de¹ <onbekende|n> [ɔmbəkɛndə] SUBST m en f wisk.

onbekende

Unbekannte f

bank·be·dien·de <bankbediende|n, bankbediende|s> [bɑŋɡbədində] SUBST m en f

bankbediende

Bankangestellte(r) f(m)