Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „kladden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

klad·den1 <kladde, h. geklad> [klɑdə(n)] VERB intr

1. kladden (knoeien):

kladden
kladden
kladden

2. kladden (vlekken geven):

kladden

klad·den2 <kladde, h. geklad> [klɑdə(n)] VERB trans

1. kladden (als een klad aanbrengen op):

kladden

2. kladden (slordig neerschrijven):

kladden

3. kladden (slordig schilderen):

kladden
kladden

Beispielsätze für kladden

kladden maken
iem bij de kladden krijgen [o. grijpen] übtr

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski