Niederländisch » Deutsch

pot·grond [pɔtxrɔnt] SUBST f geen Pl

krijt·grond <krijtgrond|en> [krɛɪtxrɔnt] SUBST m

1. krijtgrond (grondsoort):

Kreide f

2. krijtgrond (witpleister):

kost·geld <kostgeld|en> [kɔstxɛlt] SUBST nt

voor·grond <voorgrond|en> [vorɣrɔnt] SUBST m

bouw·grond <bouwgrond|en> [bɑuɣrɔnt] SUBST m (bouwterrein)

kalk·grond <kalkgrond|en> [kɑlkxrɔnt] SUBST m

kos·te·loos [kɔstəlos] ADJ

kost·prijs [kɔstprɛis] SUBST m geen Pl

2. kostprijs (het aankopen):

on·ge·grond [ɔŋɣəɣrɔnt] ADJ

zand·grond <zandgrond|en> [zɑntxrɔnt] SUBST m

1. zandgrond (bodem):

2. zandgrond (streek):

leem·grond <leemgrond|en> [lemɣrɔnt] SUBST m

kost·gan·ger <kostganger|s> [kɔstxɑŋər] SUBST m

on·der·grond <ondergrond|en> [ɔndərɣrɔnt] SUBST m

1. ondergrond (grondslag):

ondergrond übtr

2. ondergrond (grond onder de oppervlaktelaag):

kost·school <kost|scholen> [kɔstsxol] SUBST f

kost·win·ner <kostwinner|s> [kɔstwɪnər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski