Übersetzungen für „landstitel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

land·streek <land|streken> [lɑntstrek] SUBST f

landstreek

Landstrich m

landstreek

Gegend f

lands·heer <lands|heren> [lɑntsher] SUBST m

landsheer

Landesherr m

landsheer

Landesfürst m

on·der·ti·tel <ondertitel|s> [ɔndərtitəl] SUBST m

1. ondertitel:

ondertitel TV, FILM

Untertitel m

2. ondertitel (subtitel):

ondertitel

Untertitel m

lan·dings·ge·stel <landingsgestel|len> [lɑndɪŋsxəstɛl] SUBST nt

landingsgestel

Fahrwerk nt

landingsgestel

Fahrgestell nt

het landingsgestel intrekken/uitklappen

das Fahrwerk einfahren/ausfahren

lands·kam·pi·oen <landskampioen|en> [lɑntskɑmpijun] SUBST m

landskampioen

Landesmeister m

lands·man <lands|lieden, lands|lui> [lɑn(t)smɑn] SUBST m

landsman

Landsmann m

land·schap <landschap|pen> [lɑntsxɑp] SUBST nt

landschap

Landschaft f

lands·grens <lands|grenzen> [lɑntsxrɛns] SUBST f

landsgrens

Landesgrenze f

landsgrens (van staat)

Staatsgrenze f

land·goed <landgoed|eren> [lɑntxut] SUBST nt

landgoed

Gut nt

landgoed

Landgut nt

landgoed (groot)

Landsitz m

land·huis <land|huizen> [lɑnthœys] SUBST nt

landhuis

Landhaus nt

landhuis

Herrenhaus nt

land·mijn <landmijn|en> [lɑntmɛin] SUBST f

landmijn

Landmine f

land·tong <landtong|en> [lɑntɔŋ] SUBST f

landtong

Landzunge f

landtong

Nehrung f