Niederländisch » Deutsch

steen·groe·ve <steengroeve|n> [steŋɣruvə] SUBST f

kor·rel·groot·te [kɔrəlɣrotə] SUBST f geen Pl

boe·ren·hoe·ve <boerenhoeve|n> [burə(n)huvə] SUBST f

doel·groep <doelgroep|en> [dulɣrup] SUBST f

mer·gel [mɛrɣəl] SUBST m geen Pl geol.

ho·tel·groep <hotelgroep|en> [hotɛlɣrup] SUBST f

be·groe·ven VERB

begroeven 3. Pers Pl Imperf van begraven

Siehe auch: begraven

be·gra·ven <begroef, h. begraven> [bəɣravə(n)] VERB trans

1. begraven (onder, in de aarde bergen):

2. begraven (m.b.t. een dode):

beisetzen form

to·neel·groep <toneelgroep|en> [tonelɣrup] SUBST f

groe·ve <groeve|n, groeve|s> [ɣruvə] SUBST f

2. groeve (grafkuil):

Gruft f

vo·gel·griep [voɣəlɣrip] SUBST f geen Pl

mid·del·groot [mɪdəlɣrot] ADJ


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski