Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „onafgebroken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

on·af·ge·bro·ken [ɔnɑfxəbrokə(n)] ADJ

1. onafgebroken:

onafgebroken (doorlopend)
onafgebroken (aanhoudend)
40 jaar onafgebroken dienst

2. onafgebroken:

onafgebroken (voortdurend)
onafgebroken (aanhoudend)
onafgebroken (aanhoudend)
zijn onafgebroken inzet voor de vrede
onafgebroken praten

Beispielsätze für onafgebroken

onafgebroken praten
40 jaar onafgebroken dienst
zijn onafgebroken inzet voor de vrede

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski