Übersetzungen für „reuzenhaai“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

reu·zen·rad <reuzenrad|en, reuzenrad|eren> [røzə(n)rɑt] SUBST nt

reuzenrad

Riesenrad nt

treu·ze·laar <treuzelaar|s> [trøzəlar] SUBST m

treuzelaar

Trödler m ugs

treuzelaar (man)

Trödelfritze m ugs

treuzelaar (vrouw)

Trödelliese f ugs

ras·sen·haat [rɑsə(n)hat] SUBST m geen Pl

rassenhaat

Rassenhass m

reu·zen·sla·lom <reuzenslalom|s> [røzə(n)slalɔm] SUBST m

reuzenslalom

Riesenslalom m

reu·ze·blij [røzəblɛɪ] ADJ

reuzeblij

heilfroh

reu·ze·groot [røzəɣrot] ADJ

reuzegroot

riesengroß

reu·ze¹ [røzə] ADV

reuze (in hoge mate)

riesig

reuze (in hoge mate)

enorm

reuze (in hoge mate)

gewaltig

reuze (sterker)

irrsinnig

reuze boffen

Riesenglück haben

reuze gek

irrsinnig komisch

dat huis staat reuze scheef

das Haus steht enorm schief

reuze veel

enorm viel

hij was reuze in zijn sas [o. schik]

er war glänzend aufgelegt

reu·ze- [røzə]

reuze-

riesen-

reuze-

Riesen-

reuze- (sterker)

Mords-

reu·zel <reuzel|s> [røzəl] SUBST m

1. reuzel (vetweefsel):

reuzel

Nierenfett nt

2. reuzel (vet):

reuzel

Schmalz nt

reuzel

Schweineschmalz nt

os·sen·haas <ossen|hazen> [ɔsə(n)has] SUBST m

ossenhaas

Rinderfilet nt

ossenhaas

Rinderlende f

ha·zen·hart <hazenhart|en> [hazə(n)hɑrt] SUBST nt (persoon)

hazenhart

Hasenherz nt ugs iron

hazenhart

Hasenfuß m ugs iron

hazenhart

Angsthase m ugs

een hazenhart hebben

ein Hasenherz sein

reuk·or·gaan <reukor|ganen> [røkɔrɣan] SUBST nt

reukorgaan

Geruchsorgan nt

reukorgaan

Riechorgan nt