Übersetzungen für „secretaris“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

se·cre·ta·ris <secretaris|sen> [sɪkrətarɪs] SUBST m

1. secretaris:

secretaris (correspondentie, notulen)

Sekretär m

secretaris (notulerend)

Schriftführer m

2. secretaris:

secretaris (gemeentesecretaris: kleinere plaats)

≈ Gemeindedirektor m

secretaris (gemeentesecretaris: stad)

≈ Stadtdirektor m

se·cre·ta·ris-ge·ne·raal <secretarissen-generaal> [sɪkrətarɪsxenəral] SUBST m

secretaris-generaal

Generalsekretär m

secretaris-generaal van de Verenigde Naties

UN(O)-Generalsekretär

Beispielsätze für secretaris

de functie van secretaris

die Funktion eines Sekretärs

bij ontstentenis van de secretaris

bei Abwesenheit des Sekretärs

hij is ondergeschikt aan de secretaris

er ist dem Sekretär unterstellt

secretaris-generaal van de Verenigde Naties

UN(O)-Generalsekretär