Übersetzungen für „sterbliche“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

stem·plicht [stɛmplɪxt] SUBST f geen Pl

stemplicht

Wahlpflicht f

ster·ling [stʏːrlɪŋ]

het pond sterling

das Pfund Sterling

ste·ri·li·sa·tie <sterilisatie|s> [steriliza(t)si] SUBST f

sterilisatie

Sterilisierung f

sterilisatie

Sterilisation f

ste·ri·li·se·ren <steriliseerde, h. gesteriliseerd> [sterilizerə(n)] VERB trans

1. steriliseren (onvruchtbaar maken):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

unfruchtbar machen

2. steriliseren (desinfecteren):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

keimfrei machen

ster·fe·lijk·heid [stɛrfələkhɛit] SUBST f geen Pl

sterfelijkheid

Sterblichkeit f

ste·ri·li·teit [sterilitɛit] SUBST f geen Pl

steriliteit

Sterilität f

ach·ter·blij·ven <bleef achter, i. achtergebleven> [ɑxtərblɛivə(n)] VERB intr

achterblijven

zurückbleiben

bij iem achterblijven übtr

hinter jdm zurückbleiben

ach·ter·blij·ver <achterblijver|s> [ɑxtərblɛivər] SUBST m

1. achterblijver (iem die blijft):

achterblijver

Zurückgebliebene(r) m

2. achterblijver (iem die achteraankomt):

achterblijver

Nachzügler m

3. achterblijver:

achterblijver (kind dat achterblijft)

Spätentwickler m

achterblijver (op school)

schwache(r) Schüler m

4. achterblijver plantk.:

achterblijver

kümmerlich wachsende Pflanze f

ster·re·tje <sterretje|s> [stɛrəcə] SUBST nt

1. sterretje (vuurwerk):

sterretje

Wunderkerze f

2. sterretje (asterisk):

sterretje

Sternchen nt

sterretje

Stern m

3. sterretje gesch.:

sterretje

Stern m

sterretjes zien

Sterne sehen

ster·fe·lijk [stɛrfələk] ADJ

sterfelijk

sterblich

ster·ren·wacht <sterrenwacht|en> [stɛrə(n)wɑxt] SUBST f

sterrenwacht

Sternwarte f

ver·blijf <ver|blijven> [vərblɛif] SUBST nt

1. verblijf (het verblijven):

verblijf

Aufenthalt m

2. verblijf (onderkomen):

verblijf

Unterkunft f

3. verblijf (het wonen):

verblijf

Aufenthalt m

verblijf

Wohnsitz m

zijn verblijf hebben [o. houden ]

seinen Wohnsitz haben