Übersetzungen für „verkoop“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·koop <ver|kopen> [vɛrkop] SUBST m

1. verkoop:

verkoop (het verkopen)

Verkauf m

verkoop (massawaar)

Vertrieb m

verkoop aan particulieren

Verkauf an privat

iets in de verkoop brengen

etw zum Verkauf bringen

de verkoop loopt terug

der Verkauf geht zurück

de losse verkoop [o. de verkoop in het klein]

der Einzelverkauf

de openbare [o. publieke ] verkoop (veiling)

die Versteigerung

de verkoop bij opbod

die Versteigerung

2. verkoop (transactie):

verkoop

Verkauf m

Beispielsätze für verkoop

de verkoop loopt terug

der Verkauf geht zurück

de verkoop bij opbod

die Versteigerung

koop en verkoop

An- und Verkauf

verkoop en détail

Einzelverkauf

verkoop aan particulieren

Verkauf an privat

de openbare [o. publieke ] verkoop (veiling)

die Versteigerung

iets in de verkoop brengen

etw zum Verkauf bringen

de losse verkoop [o. de verkoop in het klein]

der Einzelverkauf