Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „vooruitlopen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

voor·uit·lo·pen <liep vooruit, i. vooruitgelopen> [vorœytlopə(n)] VERB intr

1. vooruitlopen:

vooruitlopen (vóór anderen lopen: gaan)
vooruitlopen (hardlopen)

2. vooruitlopen (anticiperen):

vooruitlopen
vorgreifen +Dat
op de gebeurtenissen vooruitlopen

3. vooruitlopen:

vooruitlopen (eerder, sneller gaan)
vooruitlopen (hardlopen)

Beispielsätze für vooruitlopen

op de gebeurtenissen vooruitlopen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski