Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „eetgewoonte“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

ge·woon·te: Nomen
me·de·be·woon·ster: Nomen
on·ge·woon: Adjektiv und Adverb
ge·woon·weg: Adverb
eet·ge·le·gen·heid: Nomen
ei·land·be·woon·ster: Nomen

Meintest du vielleicht: gewoonte , medebewoonster , gewoonweg , ongewoon , eilandbewoonster und eetgelegenheid

ge·woon·te <gewoonte|n, gewoonte|s> [ɣəwontə] SUBST f

1. gewoonte (gebruik):

Brauch m

een nationale gewoonte

ein landesüblicher Brauch

het is bij ons (de) gewoonte te bidden voor het eten

bei uns ist es üblich, vor dem Essen zu beten

zeden en gewoonten

Sitten und Bräuche Pl

2. gewoonte (wat men gewoon is te doen):

Gepflogenheit f form

de macht der gewoonte

die Macht der Gewohnheit

naar gewoonte

gewohnheitsgemäß

naar gewoonte

de slechte gewoonte

de slechte gewoonte

tegen zijn gewoonte kwam hij niet

entgegen seiner Gewohnheit kam er nicht

hij doet het uit gewoonte

er tut es aus Gewohnheit

3. gewoonte:

gewoonte (aanwensel)

gewoonte (meestal slechte gewoonte)

een lastige gewoonte

eine lästige Angewohnheit

een gewoonte hebben/afleren

eine Angewohnheit haben/ablegen

me·de·be·woon·ster SUBST f

medebewoonster weibliche Form von medebewoner

Siehe auch: medebewoner

me·de·be·wo·ner <medebewoner|s> [medəbəwonər] SUBST m

medebewoner

on·ge·woon [ɔŋɣəwon] ADJ

1. ongewoon (niet gewoon aan iets):

een ongewone ervaring

eine ungewohnte Erfahrung

2. ongewoon (in strijd met de gewoonte):

een ongewone drukte

ein ungewöhnlicher Betrieb

3. ongewoon (zoals niet vaak voorkomt):

een ongewone naam

ein ungewöhnlicher Name

ge·woon·weg [ɣəwonwɛx] ADV

1. gewoonweg (als iets gewoons):

2. gewoonweg (ronduit, bepaald):

dat is gewoonweg onmogelijk

das ist einfach unmöglich

dat is gewoonweg verzonnen

das ist glatt erfunden

eet·ge·le·gen·heid <eetgelegen|heden> [etxəleɣə(n)hɛit] SUBST f

eetgelegenheid

eetgelegenheid

ei·land·be·woon·ster SUBST f

eilandbewoonster weibliche Form von eilandbewoner

Siehe auch: eilandbewoner

ei·land·be·wo·ner <eilandbewoner|s> [ɛilɑndbəwonər] SUBST m

eilandbewoner

Inselbewohner m

eilandbewoner

Insulaner m scherzh

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski