Übersetzungen für „oorlogsoefening“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

oor·log·voe·ring [orlɔxfurɪŋ] SUBST f geen Pl

oorlogvoering

Krieg(s)führung f

her·ha·lings·oe·fe·ning <herhalingsoefening|en> [hɛrhalɪŋsufənɪŋ] SUBST f

herhalingsoefening gesch.

Reserveübung f

herhalingsoefening (lesstof)

Wiederholungsübung f

oor·logs·ve·te·raan <oorlogsveteranen> [orlɔxsfetəran] SUBST m

oorlogsveteraan

Kriegsveteran m

oor·logs·zuch·tig [orlɔxsʏxtəx] ADJ

oorlogszuchtig

kriegerisch

oorlogszuchtig

kriegslustig

li·chaams·oe·fe·ning <lichaamsoefening|en> [lɪxamsufənɪŋ] SUBST f

lichaamsoefening

Körperübung f

lichaamsoefening

Leibesübung f

oor·logs·tijd [orlɔxstɛit] SUBST m geen Pl

oorlogstijd

Kriegszeit f

in oorlogstijd

in Kriegszeiten

oe·fe·ning <oefening|en> [ufənɪŋ] SUBST f

1. oefening (training):

oefening

Übung f

als oefening

zur Übung

daar is enige oefening voor nodig

das bedarf einiger Übung Gen

verplichte oefening SPORT

Pflichtübung f

vrije oefening (sport en spel, met vrije figuren)

Kürübung f

vrije oefening (sport en spel, met vrije figuren)

Kür f

oefening baart kunst Sprichw

Übung macht den Meister

2. oefening (opgave):

oefening

Übung f

oefening

Aufgabe f

oefening

Übungsaufgabe f

3. oefening rel.:

oefening

Andachtsübung f

be·oe·fe·ning <beoefening|en> [bəufənɪŋ] SUBST f

beoefening SPORT

Treiben nt

beoefening KUNST

Pflege f form

beoefening KUNST

Betätigung f

uit·oe·fe·ning [œytufənɪŋ] SUBST f geen Pl

uitoefening

Ausübung f

bij de uitoefening van zijn plicht

in Ausübung seiner Pflicht