Übersetzungen für „pleziervaart“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ple·zier·jacht <plezierjacht|en> [pləzirjɑxt] SUBST nt

plezierjacht

Vergnügungsjacht f

ple·zier·boot <plezier|boten> [pləzirbot] SUBST f

1. plezierboot (voor toeristische rondvaart):

plezierboot

Ausflugsdampfer m

2. plezierboot (plezierjacht):

plezierboot

Vergnügungsdampfer m

ri·vier·vaart [rivirvart] SUBST f geen Pl

riviervaart

Flussschifffahrt f

ple·zie·ren <plezierde, h. geplezierd> [pləzirə(n)] VERB trans

plezieren

erfreuen

ple·zie·rig <plezierige, plezieriger, plezierigst> [pləzirəx] ADJ

1. plezierig:

plezierig (genoeglijk)

angenehm

plezierig (vermakelijk)

vergnüglich

een plezierige dag

ein vergnüglicher Tag

iets plezierig vinden

etw angenehm finden

2. plezierig (sympathiek):

plezierig

nett

een plezierige man

ein netter Mann

ple·zier·tje <pleziertje|s> [pləzircə] SUBST nt

pleziertje

Vergnügung f

ple·zier·reis <plezier|reizen> [pləzirɛis] SUBST f

plezierreis

Vergnügungsreise f

plezierreis

Vergnügungsfahrt f

ple·zier [pləzir] SUBST nt geen Pl

1. plezier:

plezier (genoegen, pret)

Spaß m

plezier (genoegen, pret)

Freude f

plezier (genoegen)

Gefallen nt

iem een plezier doen

jdm einen Gefallen tun

plezier maken

Spaß machen

veel plezier!

viel Spaß!

veel plezier!

viel Vergnügen!

2. plezier (gevoel van welbehagen):

plezier

Spaß m

plezier

Freude f

plezier

Vergnügen nt

met alle plezier

mit Vergnügen

dat doet me plezier

das freut mich

plezier in zijn werk hebben

Spaß [o. Freude] an der Arbeit haben

met plezier iets doen

mit Vergnügen etw tun

ik zit hier niet voor mijn plezier!

ich sitze hier nicht zu meinem Vergnügen!

zee·vaart [zevart] SUBST f geen Pl

zeevaart

Seefahrt f

be·de·vaart <bedevaart|en> [bedəvart] SUBST f

bedevaart

Pilgerfahrt f

bedevaart

Wallfahrt f

een bedevaart doen

pilgern