Niederländisch » Deutsch

re·pa·ra·tie <reparatie|s> [repara(t)si] SUBST f

2. reparatie (vergoeding):

spoed·arts <spoedarts|en> SUBST m

spoed·de·bat <spoeddebat|ten> [spudebɑt] SUBST nt

com·pa·ra·tie [kɔmpara(t)si] SUBST f geen Pl

spoed·zaak <spoed|zaken> [sputsak] SUBST f

spoed·ge·val <spoedgeval|len> [sputxəvɑl] SUBST nt

spoed·ver·ga·de·ring <spoedvergadering|en> [sputfərɣadərɪŋ] SUBST f

de·cla·ra·tie <declaratie|s> [deklara(t)si] SUBST f

2. declaratie (aangifte van in- en uitvoer):

3. declaratie (opgave voor belastingheffing):

se·pa·ra·tist <separatist|en> [separatɪst] SUBST m

se·pa·ra·tis·me [separatɪsmə] SUBST nt geen Pl

ope·ra·tie <operatie|s> [opəra(t)si] SUBST f

2. operatie econ.:

pre·pa·raat <prepa|raten> [preparat] SUBST nt


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski