Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: struikelen , druipsteen , straatsteen , struikelblok , puimsteen , niersteen , keisteen , halfedelsteen , kiezelsteen , dobbelsteen , ketelsteen , hagelsteen , struikheide und edelsteen

strui·ke·len <struikelde, i. gestruikeld> [strœykələ(n)] VERB intr

2. struikelen (vallen):

struikelen ook übtr
stolpern
struikelen ook übtr
zu Fall kommen

3. struikelen übtr (een misstap begaan):

struikelen
einen Fehltritt begehen
iedereen struikelt weleens
das kann jedem passieren

4. struikelen übtr (aantreffen):

struikelen
auf Schritt und Tritt begegnen +Dat

strui·kel·blok <struikelblok|ken> [strœykəlblɔk] SUBST nt

straat·steen <straat|stenen> [stratsten] SUBST m

druip·steen [drœypsten] SUBST nt of m geen Pl

edel·steen <edel|stenen> [edəlsten] SUBST m

struik·hei·de [strœykhɛɪdə] SUBST f

ha·gel·steen <hagel|stenen> [haɣəlsten] SUBST m

ke·tel·steen [ketəlsten] SUBST nt of m geen Pl

dob·bel·steen <dobbel|stenen> [dɔbəlsten] SUBST m

kie·zel·steen <kiezel|stenen> [kizəlsten] SUBST m

half·edel·steen <halfedel|stenen> [hɑlfedəlsten] SUBST m

kei·steen <kei|stenen> [kɛɪsten] SUBST m

nier·steen <nier|stenen> [nirsten] SUBST m

puim·steen [pœymsten] SUBST nt of m geen Pl

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste