Niederländisch » Deutsch

vuur·proef <vuur|proeven> [vyrpruf] SUBST f

1. vuurproef gesch.:

druk·proef <druk|proeven> [drʏkpruf] SUBST f

2. drukproef (materiaalonderzoek):

steek·proef <steek|proeven> [stekpruf] SUBST f

wijn·proef <wijn|proeven> [wɛɪmpruf] SUBST f

geu·ren <geurde, h. gegeurd> [ɣørə(n)] VERB intr

1. geuren (geur verspreiden):

2. geuren (pronken):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski