Übersetzungen für „hoosbui“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

nies·bui <niesbui|en> [nizbœy] SUBST f

niesbui

Niesanfall m

hoog·uit [hoxœyt] ADV

hooguit

höchstens

hooguit (in het hoogste geval)

im äußersten Fall

rot·bui SUBST f

rotbui → rothumeur

Siehe auch: rothumeur

rot·hu·meur [rɔthymør] SUBST nt geen Pl

rothumeur

Stinklaune f sl

huil·bui <huilbui|en> [hœylbœy] SUBST f

huilbui

Weinkrampf m

telkens van die huilbuien hebben

immer wieder in Tränen ausbrechen

telkens van die huilbuien hebben (sterker)

immer wieder Weinkrämpfe bekommen

ho·bu [hoby] SUBST nt geen Pl

hobu belg:

hobu

höhere(r) Unterricht m kein Pl außerhalb der Universität

hooi [hoj] SUBST nt geen Pl

hooi

Heu nt

het hooi binnenhalen

das Heu einfahren

te veel hooi op zijn vork nemen übtr

sich Dat zu viel aufbürden form

een vracht hooi

ein Fuder Heu

te hooi en te gras (ongeregeld)

von Zeit zu Zeit

te hooi en te gras (slordig)

wie Kraut und Rüben

te hooi en te gras (haastig)

wahllos