Niederländisch » Deutsch

krot·wo·ning SUBST f

krotwoning → krot

Siehe auch: krot

krot <krot|ten> [krɔt] SUBST nt

kijk·wo·ning <kijkwoning|en> [kɛikwonɪŋ] SUBST f belg

koop·zon·dag <koopzondag|en> [kopsɔndɑx] SUBST m

bo·ven·wo·ning <bovenwoning|en> [bovə(n)wonɪŋ] SUBST f

mo·del·wo·ning <modelwoning|en> [modɛlwonɪŋ] SUBST f

in·wo·ning [ɪnwonɪŋ] SUBST f geen Pl

paal·wo·ning <paalwoning|en> [palwonɪŋ] SUBST f

koop·waar <koop|waren> [kopwar] SUBST f

koop·goot <koop|goten> SUBST f

koop·ziek [kopsik] ADJ

koop·avond <koopavond|en> [kopavɔnt] SUBST m

koop·graag [kopxrax] ADJ

koop·prijs <koop|prijzen> [koprɛis] SUBST m

pre·mie·wo·ning <premiewoning|en> [premiwonɪŋ] SUBST f

koop·lus·tig ADJ

kooplustig → koopgraag

Siehe auch: koopgraag

koop·graag [kopxrax] ADJ

koop·con·tract <koopcontract|en> [kopkɔntrɑkt] SUBST nt


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski