Übersetzungen für „kubuswoning“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

krot·wo·ning SUBST f

krotwoning → krot

Siehe auch: krot

krot <krot|ten> [krɔt] SUBST nt

krot

Hütte f

krot

Bude f

krot

Bruchbude f abw

in een krot huizen

in einem Loch hausen

kijk·wo·ning <kijkwoning|en> [kɛikwonɪŋ] SUBST f belg

kijkwoning

Musterwohnung f

kijkwoning

Modellwohnung f

in·wo·ning [ɪnwonɪŋ] SUBST f geen Pl

1. inwoning:

kost en inwoning (het inwonen)

Kost und Logis

kost en inwoning (het inwonen)

Unterkunft und Verpflegung

Wendungen:

de plaats [o. de stad] van iems inwoning (het wonen binnen een bepaald gebied)

jds Wohnsitz m

paal·wo·ning <paalwoning|en> [palwonɪŋ] SUBST f

paalwoning

Pfahlbau m

bo·ven·wo·ning <bovenwoning|en> [bovə(n)wonɪŋ] SUBST f

bovenwoning

Wohnung f im Obergeschoss

mo·del·wo·ning <modelwoning|en> [modɛlwonɪŋ] SUBST f

modelwoning

Musterwohnung f

be·lo·ning <beloning|en> [bəlonɪŋ] SUBST f

beloning

Belohnung f

een beloning uitloven

eine Belohnung aussetzen

be·kro·ning <bekroning|en> [bəkronɪŋ] SUBST f

bekroning

Krönung f

bekroning

Bekrönung f

bekroning

Präm(i)ierung f

aan·leun·wo·ning <aanleunwoning|en> [anlønwonɪŋ] SUBST f

aanleunwoning

Seniorenwohnung f

aanleunwoning

Altenwohnung f

star·ters·wo·ning <starterswoning|en> SUBST f

starterswoning

Starterwohnung f

pre·mie·wo·ning <premiewoning|en> [premiwonɪŋ] SUBST f

premiewoning

Haus oder Wohnung, die mit staatlicher finanzieller Unterstützung gekauft werden kann