Übersetzungen für „paraplu“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

pa·ra·plu <paraplu|'s> [paraply] SUBST m

1. paraplu (regenscherm):

paraplu

Regenschirm m

paraplu

Schirm m

de paraplu opsteken [o. opzetten ]

den Regenschirm aufspannen

een opvouwbare paraplu

ein Taschenschirm

2. paraplu übtr (bescherming):

paraplu

Schutzschirm m

Beispielsätze für paraplu

een standaard voor paraplu's

ein Schirmständer

de paraplu opzetten

den Regenschirm aufspannen

een paraplu opsteken

einen Regenschirm aufspannen

een opvouwbare paraplu

ein Taschenschirm

de paraplu opsteken [o. opzetten ]

den Regenschirm aufspannen

met regenjas en paraplu gewapend übtr scherzh

mit Regenmantel und Regenschirm bewaffnet scherzh