Übersetzungen für „Korral“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ko·raal¹ <ko|ralen> [koral] SUBST nt

1. koraal biol.:

koraal

Koralle f

2. koraal (rode kleur):

koraal

Korallenrot nt

kor·rel <korrel|s> [kɔrəl] SUBST m

korrel

Korn nt

iets met een korrel(tje) zout nemen übtr

etw nicht allzu wörtlich nehmen

iem/iets op de korrel nemen übtr

jdn/etw aufs Korn nehmen

korf·bal [kɔrvbɑl] SUBST nt geen Pl

korfbal

Korbball m

ko·ran <koran|s> [koran] SUBST m

koran

Koran m

kort·af [kɔrtɑf] ADJ

kortaf

kurz angebunden präd

kortaf (sterker)

schroff

kortaf tegen iem zijn

schroff zu jdm sein

voor·al [vorɑl] ADV

1. vooral (in het bijzonder):

vooral

besonders

vooral

insbesondere form

vooral

zumal form

zij houdt van bloemen, vooral van anjers

sie liebt Blumen, besonders Nelken

denkt u vooral niet dat …

glauben Sie ja nicht, dass …

2. vooral (in hoofdzaak):

vooral

vor allem

vooral

namentlich

vooral omdat

vor allem, weil

kop·bal <kopbal|len> [kɔbɑl] SUBST m

kopbal

Kopfball m

kopbal

Kopfstoß m

kor·re·lig <korrelige, korreliger, korreligst> [kɔrələx] ADJ

korrelig

körnig

korrelig papier

gekörnte(s) [o. körnige(s)] Papier nt

korrelige rijst

körnige(r) Reis m

ko·ra·len [koralə(n)] ADJ attr (van koraal)

koralen

korallen

koralen

Korallen-

een koralen armband

ein Korallenarmband

kor·daat <kordate, kordater, kordaatst> [kɔrdat] ADJ

kordaat

entschlossen

kordaat

resolut

kordaat

beherzt