Niederländisch » Deutsch

er·ken·ning <erkenning|en> [ɛrkɛnɪŋ] SUBST f

3. erkenning (aanvaarding als rechtens bestaande):

ver·ken·ning <verkenning|en> [vərkɛnɪŋ] SUBST f

2. verkenning mil.:

er·ken·nen <erkende, h. erkend> [ɛrkɛnə(n)] VERB trans

her·ken·nen <herkende, h. herkend> [hɛrkɛnə(n)] VERB trans

ver·ken·ner <verkenner|s> [vərkɛnər] SUBST m

1. verkenner (iem die op verkenning uitgaat):

2. verkenner (padvinder):

Pfadfinder m

on·der·ken·nen <onderkende, h. onderkend> [ɔndərkɛnə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski