Niederländisch » Deutsch

hoc·key·speel·ster SUBST f

hockeyspeelster weibliche Form von hockeyer

Siehe auch: hockeyer

hoc·key·er <hockeyer|s> [hɔkijər] SUBST m

ka·rak·te·ri·se·ren <karakteriseerde, h. gekarakteriseerd> [karɑkterizerə(n)] VERB trans

me·de·speel·ster SUBST f

medespeelster weibliche Form von medespeler

Siehe auch: medespeler

me·de·spe·ler <medespeler|s> [medəspelər] SUBST m

mi·me·speel·ster SUBST f

mimespeelster weibliche Form von mimespeler

Siehe auch: mimespeler

mime·spe·ler [mimspelər]

mimespeler [[o. miməspelər]] mimespeler|s SUBST m:

prof·speel·ster SUBST f

profspeelster weibliche Form von profspeler

Siehe auch: profspeler

prof·spe·ler <profspeler|s> [prɔfspelər] SUBST m

to·neel·speel·ster SUBST f

toneelspeelster weibliche Form von toneelspeler

Siehe auch: toneelspeler

to·neel·spe·ler <toneelspeler|s> [tonelspelər] SUBST m

1. toneelspeler (acteur):

2. toneelspeler (aansteller):

wis·sel·speel·ster <wisselspeelster|s> SUBST f

wisselspeelster weibliche Form von wisselspeler

Siehe auch: wisselspeler

wis·sel·spe·ler <wisselspeler|s> [wɪsəlspelər] SUBST m

be·roeps·speel·ster SUBST f

beroepsspeelster weibliche Form von beroepsspeler

Siehe auch: beroepsspeler

be·roeps·spe·ler <beroepsspeler|s> [bərupspelər] SUBST m

te·gen·speel·ster <tegenspeelster|s> [teɣə(n)spelstər] SUBST f

tegenspeelster weibliche Form von tegenspeler

Siehe auch: tegenspeler

te·gen·spe·ler <tegenspeler|s> [teɣə(n)spelər] SUBST m

ka·rak·ter·ei·gen·schap SUBST f

karaktereigenschap → karaktertrek

Siehe auch: karaktertrek

ka·rak·ter·trek <karaktertrek|ken> [karɑktərtrɛk] SUBST m

voor·hoe·de·speel·ster SUBST f

voorhoedespeelster weibliche Form von voorhoedespeler

Siehe auch: voorhoedespeler

voor·hoe·de·spe·ler <voorhoedespeler|s> [vorhudəspelər] SUBST m

ach·ter·hoe·de·speel·ster SUBST f

achterhoedespeelster weibliche Form von achterhoedespeler

Siehe auch: achterhoedespeler

ach·ter·hoe·de·spe·ler <achterhoedespeler|s> [ɑxtərhudəspelər] SUBST m

ka·rak·ter·trek <karaktertrek|ken> [karɑktərtrɛk] SUBST m

ka·rak·ter·loos [karɑktərlos] ADJ

1. karakterloos (zonder persoonlijkheid):

2. karakterloos (zonder eigen karakter):

speel·ster SUBST f

speelster weibliche Form von speler

Siehe auch: speler

spe·ler <speler|s> [spelər] SUBST m

1. speler (sportbeoefenaar):

Akteur m form

2. speler (acteur, actrice):

Akteur m form

3. speler (gezelschapsspel):

4. speler (gokker):

5. speler (muzikant):

vi·ool·speel·ster SUBST f

vioolspeelster weibliche Form von violist

Siehe auch: violist

vi·o·list <violist|en> [vijolɪst] SUBST m

hoofd·rol·speel·ster <hoofdrolspeelster|s> [hoftrɔlspelstər] SUBST f

hoofdrolspeelster weibliche Form von hoofdrolspeler

Siehe auch: hoofdrolspeler

hoofd·rol·spe·ler <hoofdrolspeler|s> [hoftrɔlspelər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski