Übersetzungen für „kostenstijgingen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

koers·stij·ging <koersstijging|en> [kurstɛiɣɪŋ] SUBST f

koersstijging

Kursanstieg m

koersstijging

Kurssteigerung f

open·sprin·gen <sprong open, i. opengesprongen> [opə(n)sprɪŋə(n)] VERB intr

openspringen

aufspringen

openspringen (wond, naad)

aufplatzen

openspringen (slot)

aufschnappen

de lippen zijn opengesprongen

die Lippen sind aufgesprungen

stij·ging <stijging|en> [stɛiɣɪŋ] SUBST f

stijging

Steigerung f

stijging

Anstieg m

een stijging in prijs

eine Preissteigerung

prijs·stij·ging <prijsstijging|en> [prɛistɛiɣɪŋ] SUBST f

prijsstijging

Preissteigerung f

prijsstijging

Preiserhöhung f

aan·tij·ging <aantijging|en> [antɛiɣɪŋ] SUBST f

aantijging

Bezichtigung f

aantijging (goede naam)

Diffamierung f

kost·gan·ger <kostganger|s> [kɔstxɑŋər] SUBST m

kostganger

≈ Pensionsgast m

kostgangers houden

≈ eine Pension führen

kost·win·ning [kɔstwɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

kostwinning

Broterwerb m

kostwinning

Gelderwerb m

kostwinning

Lebensunterhalt m

kostwinning (baan)

Erwerbsquelle f

be·stij·gen <besteeg, h. bestegen> [bəstɛiɣə(n)] VERB trans

bestijgen

besteigen

op·stij·gen <steeg op, i. opgestegen> [ɔpstɛiɣə(n)] VERB intr

1. opstijgen (omhoogstijgen):

opstijgen

hinaufsteigen

opstijgen

hochsteigen

opstijgen

aufsteigen

het vliegtuig steeg op

das Flugzeug stieg auf

2. opstijgen (te paard stijgen):

opstijgen

aufsteigen

opstijgen

aufsitzen