Übersetzungen für „pijnlijk“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

pijn·lijk <pijnlijke, pijnlijker, pijnlijkst> [pɛinlək] ADJ

1. pijnlijk (pijn veroorzakend):

pijnlijk

schmerzhaft

een pijnlijke ervaring

eine schmerzliche Erfahrung

een pijnlijk gezicht zetten

schmerzvoll das Gesicht verziehen

pijnlijk glimlachen

gequält lächeln

iem pijnlijk krenken

jdn tief kränken

een pijnlijke opmerking

eine verletzende Bemerkung

iem pijnlijk treffen

jdn schwer treffen

een pijnlijke wond

eine schmerzhafte Wunde

2. pijnlijk (moeizaam):

pijnlijk

mühsam

een pijnlijk bijeengeschraapt fortuin

ein mühsam zusammengekratztes Vermögen

3. pijnlijk (uiterst zorgvuldig):

pijnlijk

peinlich

pijnlijk precies

peinlich genau

met pijnlijke zorg

mit peinlicher Sorgfalt

4. pijnlijk:

pijnlijk (precair)

peinlich

pijnlijk (thema, ogenblik)

heikel

dat was een pijnlijke geschiedenis

das war eine dumme Geschichte

een pijnlijk moment

ein peinlicher Moment

een pijnlijk punt übtr

ein wunder Punkt

er viel een pijnlijke stilte

es trat ein betretenes [o. peinliches] Schweigen ein

Beispielsätze für pijnlijk

pijnlijk glimlachen

gequält lächeln

pijnlijk precies

peinlich genau

een pijnlijk gezicht zetten

schmerzvoll das Gesicht verziehen

een pijnlijk bijeengeschraapt fortuin

ein mühsam zusammengekratztes Vermögen

iem pijnlijk krenken

jdn tief kränken

iem pijnlijk treffen

jdn schwer treffen

een pijnlijk moment

ein peinlicher Moment

een pijnlijk punt übtr

ein wunder Punkt