Übersetzungen für „repartieren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

re·pa·re·ren <repareerde, h. gerepareerd> [reparerə(n)] VERB trans

repareren

reparieren

repareren

ausbessern

repareren

wiederherstellen

re·pa·trië·ren¹ <repatrieerde, i. gerepatrieerd> [repatrijerə(n)] VERB intr

repatriëren (terugkeren)

in die Heimat zurückkehren

repatriëren (alleen als onbepaalde wijs en voltooid deelwoord)

rückwandern

pre·pa·re·ren <prepareerde, h. geprepareerd> [preparerə(n)] VERB trans

prepareren

präparieren

prepareren

vorbereiten

iem prepareren voor een examen

jdn auf ein Examen vorbereiten

re·pe·te·ren¹ <repeteerde, h. gerepeteerd> [repəterə(n)] VERB trans (herhalen)

repeteren

repetieren

repeteren

durch Wiederholen einüben

de les repeteren

die Lektion repetieren form

se·pa·re·ren <separeerde, h. gesepareerd> [separerə(n)] VERB trans

separeren

absondern

separeren

trennen

separeren techn.

separieren

gesepareerd leven

getrennt leben

in·kwar·tie·ren <kwartierde in, h. ingekwartierd> [ɪŋkwɑrtirə(n)] VERB trans

inkwartieren

einquartieren

inkwartieren

unterbringen

zijn gasten in een hotel inkwartieren

seine Gäste in einem Hotel unterbringen

re·pa·ra·tie <reparatie|s> [repara(t)si] SUBST f

1. reparatie:

reparatie (herstelling)

Reparatur f

reparatie (herstelling)

Ausbesserung f

reparatie (aan gebouwen ook)

Instandsetzungsarbeit f

reparaties aanbrengen

Reparaturen vornehmen

iets in reparatie geven

etw zur Reparatur geben

aan reparatie toe zijn

reparaturbedürftig sein

2. reparatie (vergoeding):

reparatie

Reparation f

reparatie

Wiedergutmachung f

par·ti·eel [pɑr(t)ʃel]

partieel [[o. pɑrsjel]] ADJ:

partieel

partiell

partieel

teilweise

partieel

Teil-

partiële leerplicht

partielle Schulpflicht

een partiële obligatie

eine Teilschuldverschreibung

pa·pie·ren [papirə(n)] ADJ

1. papieren (van papier):

papieren

papieren

papieren

Papier-

papieren

papier-

de papieren bloem

die Papierblume

2. papieren:

papieren (niet werkelijk)

(nur) auf dem Papier

papieren (persoon)

nominell

papieren maatregelen

Maßnahmen, die nur auf dem Papier bestehen [o. existieren]

3. papieren (als van papier):

papieren

papieren

de papieren vleugeltjes van de vlinder

die papier(e)nen Flügel des Schmetterlings

de papieren tijger

der Papiertiger