Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „ruiken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

rui·ken1 <rook, h. geroken> [rœykə(n)] VERB trans

1. ruiken:

ruiken (dieren)

2. ruiken übtr (lucht krijgen van):

ruiken
ruiken
geld ruiken
hoe kon ik dat nu ruiken!

rui·ken2 <rook, h. geroken> [rœykə(n)] VERB intr

1. ruiken:

ruiken (reuk geven)
ruiken (aangenaam)
die bloemen ruiken lekker

2. ruiken (de gedachte opwekken):

ruiken

3. ruiken:

ruiken (reuk opnemen)
ruiken (dieren)
dat kan er niet aan ruiken

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski