Übersetzungen für „slordig“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

slor·dig <slordige, slordiger, slordigst> [slɔrdəx] ADJ

1. slordig:

slordig (onverzorgd)

unordentlich

slordig (onverzorgd)

ungepflegt

slordig (onverzorgd)

schlampig ugs

slordig (sterker)

liederlich

een das slordig omknopen

eine Krawatte nachlässig binden

wat zit je haar slordig!

sieht dein Haar aber unordentlich aus!

2. slordig:

slordig (onnauwkeurig)

unordentlich

slordig (onnauwkeurig)

nachlässig

slordig (onnauwkeurig)

schlampig ugs

slordig (sterker)

liederlich

een slordig gekaft boek

ein unsorgfältig eingeschlagenes Buch

de garage heeft slordig gewerkt ugs

die Autowerkstatt hat geschlampt

slordig schrijven ook ugs

schluderig schreiben

slordig staan

unordentlich aussehen

een slordige stijl

ein ungepflegter Stil

dat kost een slordige vijf miljoen

das kostet etwa 5 Millionen

Beispielsätze für slordig

slordig staan

unordentlich aussehen

slordig schrijven ook ugs

schluderig schreiben

een das slordig omknopen

eine Krawatte nachlässig binden

een slordig gekaft boek

ein unsorgfältig eingeschlagenes Buch

zij is geweldig slordig

sie ist furchtbar unordentlich

wat zit je haar slordig!

sieht dein Haar aber unordentlich aus!

de garage heeft slordig gewerkt ugs

die Autowerkstatt hat geschlampt

slordig met andermans boeken omspringen

schlampig mit anderer Leute Büchern umgehen