Niederländisch » Deutsch

on·der·zet·ter <onderzetter|s> [ɔndərzɛtər] SUBST m

on·der·zoe·ken <onderzocht, h. onderzocht> [ɔndərzukə(n)] VERB trans

1. onderzoeken (nauwkeurig nazien):

4. onderzoeken med.:

on·der·zoe·ker <onderzoeker|s> [ɔndərzukər] SUBST m

on·der·zij·de <onderzijde|n> [ɔndərzɛɪdə] SUBST f

on·der·been <onder|benen> [ɔndərben] SUBST nt

on·der·zoek·ster <onderzoekster|s> [ɔndərzukstər] SUBST f

onderzoekster weibliche Form von onderzoeker

Siehe auch: onderzoeker

on·der·zoe·ker <onderzoeker|s> [ɔndərzukər] SUBST m

on·der·zee·boot <onderzee|boten> [ɔndərzebot] SUBST m

on·der·weg [ɔndərwɛx] ADV

on·der·doen1 <deed onder, h. ondergedaan> [ɔndərdun] VERB intr (de mindere zijn)

on·der·legd [ɔndərlɛxt] ADJ

on·der·ver·ze·kerd [ɔndərvərzekərt] ADJ


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski