Übersetzungen für „aantastende“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈan·tas·ten VERB trans

1. antasten (leicht berühren):

antasten

betasten

antasten

aanraken

2. antasten (anbrechen):

antasten

gaan gebruiken

antasten

aanspreken

die Vorräte nicht antasten

de voorraden niet aantasten [o. aanspreken]

3. antasten (beeinträchtigen):

antasten

aantasten

antasten

aanvallen

jds Ehre/Recht antasten

iem in zijn eer/recht aantasten

Fan·tas·te·ˈrei <Fantasterei, Fantastereien> [fantastəˈr͜ai ] SUBST f geh

Fantasterei

gefantaseer nt

ˈab·tas·ten VERB trans

abtasten COMPUT (tastend untersuchen)

aftasten

abtasten (sondieren)

afzoeken

Par·ˈtei·spen·de SUBST f

Parteispende

gift aan een partij

her·ˈan·tas·ten VERB refl

1. herantasten (sich tastend nähern):

herantasten

tastend een weg zoeken

2. herantasten übtr (sich vorsichtig heranarbeiten):

herantasten

voorzichtig onderzoeken

Fan·ˈtas·tik <Fantastik> [fanˈtastɪk] SUBST f kein Pl

Fantastik

grilligheid

Fantastik

onwerkelijkheid

fan·ˈtas·tisch [fanˈtastɪʃ] ADJ ugs (unglaublich, toll)

fantastisch

fantastisch

be·ˈtas·ten VERB trans

betasten

betasten

betasten

bevoelen

ˈJah·res·en·de SUBST nt

bis zum Jahresende

tegen [o. vóór] het einde van het jaar

ˈSach·spen·de SUBST f

Sachspende

gift in natura

Sachspende

goederen