Übersetzungen für „dienstverlening“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈDienst·ver·ge·hen SUBST nt

Dienstvergehen

dienstvergrijp

ˈdienst·frei ADJ

dienstfrei

vrij van dienst [o. van het werk]

ˈdienst·eif·rig ADJ

diensteifrig

(zeer) gedienstig [o. dienstvaardig]

ˈdiens·tä·gig ADJ

dienstägig

op [o. van] dinsdag

ˈDienst·rang SUBST m

Dienstrang

rang

ˈdienst·lich [ˈdiːnstlɪç] ADJ

1. dienstlich:

dienstlich

de dienst betreffend

2. dienstlich ugs:

dienstlich

ambtelijk

dienstlich

officieel

ein dienstlicher Befehl

een dienstbevel

ˈdienst·ha·bend, ˈDienst ha·bend ADJ

diensthabend

dienstdoend

diensthabend

van dienst

ˈDienst·ver·wei·ge·rer SUBST m

Dienstverweigerer

dienstweigeraar