Übersetzungen für „spilzucht“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈSpiel·sucht SUBST f

Spielsucht

gokverslaving

Spielsucht

speelzucht

Spielsucht

speelziekte

Spielsucht

speelwoede

ˈAuf·zucht SUBST f

Aufzucht kein Pl:

Aufzucht

het kweken

Aufzucht

het fokken

Aufzucht

de fokkerij

Aufzucht

aankweek

Aufzucht

teelt

ˈNot·zucht SUBST f JUR

Notzucht

verkrachting

an jdm Notzucht begehen [o. verüben ]

iem verkrachten

ˈVieh·zucht SUBST f

Viehzucht

veeteelt

Viehzucht

veefokkerij

ˈZu·flucht SUBST f kein Pl

Zuflucht

toevlucht

jdm Zuflucht gewähren

iem asiel verlenen

Zuflucht zu einem unerlaubten Mittel nehmen

z'n toevlucht tot een ongeoorloofd middel nemen

er·ˈlaucht [ɛɐ̯ˈl͜auxt] ADJ geh

erlaucht

doorlucht(ig)

Schlucht <Schlucht, Schluchten> [ˈʃlʊxt] SUBST f

Schlucht

ravijn nt

Schlucht

(berg)kloof