Übersetzungen für „vakantiehuis“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

Ga·ran·ˈtie·frist SUBST f

Garantiefrist

garantietermijn

Ga·ran·ˈtie·schein SUBST m

Garantieschein

garantiebewijs nt

va·ˈkant [vaˈkant] ADJ geh

vakant

vacant

vakant

onbezet

de·kan·ˈtie·ren [dekanˈtiːrən] VERB trans

dekantieren

decanteren

Ga·ran·ˈtie <Garantie, Garantien> [garanˈtiː, garanˈtiːən] SUBST f

Garantie

garantie

Garantie

waarborg

das fällt nicht mehr unter Garantie

dat valt niet meer onder de garantie

die Garantie auf [o. für ] ein Gerät

de garantie op een toestel

er übernahm die volle Garantie dafür

hij stond er ten volle [o. voor 100 procent] voor in

Garantie geben [o. leisten ]

garantie geven

ohne Garantie! ugs

onder voorbehoud!

ohne Garantie! ugs

ik weet het niet zeker!

unter Garantie ugs

gegarandeerd

unter Garantie ugs

beslist

ga·ran·ˈtie·ren² [garanˈtiːrən] VERB intr

garantieren

garanderen

garantieren

waarborgen

garantieren

instaan voor

für gute Behandlung wird garantiert

goede behandeling is gewaarborgd [o. gegarandeerd]

ˈErd·an·zie·hung SUBST f kein Pl

Erdanziehung

aantrekkingskracht van de aarde

Erdanziehung

zwaartekracht