Übersetzungen für „voortbrenger“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈfort·brin·gen VERB trans unreg

1. fortbringen (wegbringen):

fortbringen

wegbrengen

2. fortbringen (bewegen):

fortbringen

voort [o. verder] [o. weg] krijgen

fortbringen

van de plaats krijgen

er ist vom Schaufenster nicht fortzubringen

hij is van de etalage niet weg te slaan

ˈVor·sän·ger(in) SUBST m(f)

Vorsänger(in)

voorzanger(voorzangeres) m (f)

ˈZu·brin·ger <Zubringers, Zubringer> SUBST m

1. Zubringer TRANSP:

Zubringer

brenger

2. Zubringer (Zubringerstraße):

Zubringer

toegangsweg

Zubringer

invalsweg

Zubringer

oprit [o. afrit] van een autoweg

3. Zubringer (Flughafenbus):

Zubringer

vervoermiddel nt voor pendeldienst

ˈVor·gän·ger(in) <Vorgängers, Vorgänger> [ˈfoːɐ̯gɛŋɐ] SUBST m(f)

Vorgänger(in)

voorganger(voorgangster) m (f)