Übersetzungen für „zindert“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈhun·dert [ˈhʊndɐt] ADJ

1. hundert (Zahl):

hundert

honderd

jdn auf hundert bringen ugs (wütend machen)

iem nijdig [o. woedend] maken

2. hundert ugs (sehr viele):

hundert

honderd

hundert

talloos

ˈHun·dert² <Hunderts, Hunderte> [ˈhʊndɐt] SUBST nt (Einheit von 100)

Hundert

honderd(tal) nt

drei vom Hundert

drie procent

Hunderte von Briefen

honderden brieven

sie kamen zu Hunderten

ze kwamen bij honderden

ˈFin·der(in) <Finders, Finder> [ˈfɪndɐ] SUBST m(f)

Finder(in)

vinder(vindster) m (f)

ˈmin·der [ˈmɪndɐ] ADV geh

minder

in geringere mate

minder

minder

mehr oder minder

min of meer

ˈzin·ken¹ [ˈ͜tsɪŋkn̩] ADJ (aus Zink)

zinken

zinken

zinken

van zink

ˈun·wert ADJ geh

unwert

waardeloos

Kon·ˈzert <Konzert(e)s, Konzerte> [kɔnˈ͜tsɛrt] SUBST nt MUS

Konzert (musikalische Aufführung, Komposition)

concert nt

wir waren gestern im Konzert

we zijn gisteren naar een [o. het] concert geweest

ins Konzert gehen

naar een [o. het] concert gaan

pi·ˈkiert [piˈkiːɐ̯t] ADJ geh

pikiert

gepikeerd

pikiert

op zijn tenen getrapt

ˈIn·der(in) <Inders, Inder> [ˈɪndɐ] SUBST m(f)

Inder(in)

Indiër(Indiase) m (f)