Übersetzungen für „Brandwache“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

brand·wacht¹ <brandwacht|en> [brɑntwɑxt] SUBST m (brandweerman van de laagste rang)

brandwacht

Feuerwehrmann m

brand·lucht [brɑntlʏxt] SUBST f geen Pl

brandlucht

Brandgeruch m

brand·weer [brɑntwer] SUBST f geen Pl

brandweer

Feuerwehr f

brand·wond <brandwond|en> [brɑntwɔnt] SUBST f

brandwond

Brandwunde f

brand·baar [brɑndbar] ADJ

brandbaar

brennbar

brandbaar (in hoge mate)

feuergefährlich

brand·gang <brandgang|en> [brɑntxɑŋ] SUBST m

brandgang (tussen huizen)

Brandgasse f

brandgang (in bos)

Brandschneise f

brand·kast <brandkast|en> [brɑntkɑst] SUBST f

brandkast

Panzerschrank m

brandkast

Tresor m

brandkast (voor geld)

Geldschrank m

brand·zalf <brand|zalven> [brɑntsɑlf] SUBST f

brandzalf

Brandsalbe f