Übersetzungen für „Coentunnel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

wind·tun·nel <windtunnel|s> [wɪntʏnəl] SUBST m

windtunnel

Windkanal m

tun·nel <tunnel|s> [tʏnəl] SUBST m

tunnel

Tunnel m

tunnel (onder spoorweg enz.)

Unterführung f

een tunnel onder de weg doorleggen

den Weg untertunneln

toe·kun·nen <kon toe, h. toegekund> [tukʏnə(n)] VERB intr

toekunnen

auskommen mit

Ka·naal·tun·nel [kanaltʏnəl] SUBST m geen Pl

Kanaaltunnel

Kanaltunnel m

ken·nel <kennel|s> [kɛnəl] SUBST m (hondenhok met ren)

kennel

Zwinger m

kennel

Hundezwinger m

aan·kun·nen <kon aan, h. aangekund> [aŋkʏnə(n)] VERB intr

1. aankunnen (opgewassen zijn tegen):

aankunnen

gewachsen sein +Dat

ik kan hem wel aan

ihm bin ich schon gewachsen

2. aankunnen (berekend zijn voor):

aankunnen

bewältigen können

een probleem niet aankunnen

ein Problem nicht bewältigen können

daar kun je van op aan!

darauf kannst du dich verlassen!

kan ik ervan op aan, dat je komt?

kann ich mich darauf verlassen, dass du kommst?

ver·dun·nen¹ <verdunde, i. verdund> [vərdʏnə(n)] VERB intr

1. verdunnen:

verdunnen (gas)

dünner werden

verdunnen (wederkerend werkwoord)

sich verdünnen

2. verdunnen (slijten):

verdunnen

dünner werden

ver·gun·nen <vergunde, h. vergund> [vərɣʏnə(n)] VERB trans

vergunnen

erlauben

vergunnen

gestatten form

vergunnen (in passieve zinnen)

vergönnen

dat was hem niet vergund

das war ihm nicht vergönnt