Niederländisch » Deutsch

on·der·ver·ze·kerd [ɔndərvərzekərt] ADJ

son·de·ren <sondeerde, h. gesondeerd> [sɔnderə(n)] VERB trans

on·der·ver·de·len <onderverdeelde, h. onderverdeeld> [ɔndərvərdelə(n)] VERB trans

on·der·ver·hu·ren <onderverhuurde, h. onderverhuurd> [ɔndərvərhyrə(n)] VERB trans

on·der·kaak <onder|kaken> [ɔndərkak] SUBST f

on·der·kant <onderkant|en> [ɔndərkɑnt] SUBST m

on·der·vraag·de <ondervraagde|n> [ɔndərvraɣdə] SUBST m en f

on·der·vra·gen <ondervraagde/ondervroeg, h. ondervraagd> [ɔndərvraɣə(n)] VERB trans

2. ondervragen (inlichting vragen):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski