Übersetzungen für „Vorsitzende“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

vor·sten·dom <vorstendom|men> [vɔrstəndɔm] SUBST nt

vorstendom

Fürstentum nt

uit·zen·den <zond uit, h. uitgezonden> [œytsɛndə(n)] VERB trans

1. uitzenden (met een opdracht wegzenden):

uitzenden

schicken

uitzenden

aussenden

een technicus naar een ontwikkelingsland uitzenden

einen Techniker in ein Entwicklungsland schicken

2. uitzenden:

uitzenden RADIO, TV

senden

uitzenden (programma)

bringen ugs

iets over de radio uitzenden

etw im Radio senden

3. uitzenden (direct):

uitzenden

übertragen

stralen/golven uitzenden

Strahlen/Wellen aussenden

vorst·grens <vorst|grenzen> [vɔrstxrɛns] SUBST f

vorstgrens

Frostgrenze f

vorst·ver·let [vɔrstfərlɛt] SUBST nt geen Pl

vorstverlet

frostbedingte(r) Arbeitsausfall m

vol·doen·de¹ <voldoende|s, voldoende|n> [vɔldundə] SUBST nt of m of f

voldoende

Note f „ausreichend“

een voldoende halen voor

die Note „ausreichend“ bekommen für +Akk

in·zit·ten·de <inzittende|n> [ɪnzɪtəndə] SUBST m

inzittende

Insasse m